Ontploffing van een stikstofbindingsbedrijf in Texas, in 2013
Ontploffing van een stikstofbindingsbedrijf in Texas, in 2013
Steenkool
Een enkeerdgrond bij Leusden (Den Treek)
Een overmaat van stikstof uit drijfmest heeft ertoe geleid dat de makkelijk verteerbare organische stof als koolstofbron is gebruikt. Deze organische stof verzorgde de binding van de zanddeeltjes onderling. Nu die binding er niet meer is, ligt het zand als losse deeltjes aan het oppervlak.
Op dit lelieperceel is op de voorgrond wit zand zichtbaar dat de binding met de humus is verloren omdat de actieve kittende organische stof door eenzijdig gebruik van stikstofrijke drijfmest is verdwenen. In de verte in het lager liggende gedeelte een donkere vlek. Zie volgende afbeelding.
Foto van het laaggelegen gedeelte. Dit is zeer oude heidehumus met voor de landbouw minder gunstige smerende eigenschappen. Deze is zeer koolstofrijk en bestand tegen omzetting. De actieve humus die de zanddeeltje aaneen kitte is actief en minder stabiel en verdwenen.
Preiteelt in Noord-Brabant bij Kaatsheuvel
Ook hier door toepassing van veel drijfmest een scheiding tussen witgebleekt zand en zwarte koolstofrijke zeer oude humus met ongunstige eigenschappen.
Op een kalkrijke zavelgrond met veel bodembewerkingen is het moeilijk om het organischestofgehalte te verhogen.
Champost op een perceel waar preiteelt plaats zal vinden.
Te heet geworden champost in detail. Champignonmest die erg heet is geweest tijdens de bewaring en veel makkelijk verteerbare stikstofrijke verbindingen zijn als gas de lucht ingegaan. Koolstofrijk stro overheerst.
Resten champost uit vorige jaren die niet verteren.
Resten van champignonmest na enkele jaren. Ze verteren nauwelijks en blijven in de grond liggen zonder dat er een wisselwerking met de omliggende grond ontstaat. Het karakter van koolstof komt naar voren. Verstarring die lang kan duren.
Ondergeploegde gewasresten
Grasland op zware klei bij Benschop waar de klaver vrijwel uit verdwenen is
In het eerste jaar na inzaai een goed groeiend gewas met gras en klaver
de bodem onder de oude wei heeft een goede structuur en een goede beworteling.
de bodem onder de recent ingezaaide grasklaver heeft een matige beworteling en matige bodemstructuur
Op de voorgrond proefveld met gras en klavercombinaties bij Marle langs de IJssel.
Alleen klaver. De grond is sterk verdicht, maar er zijn wel regenwormen en wormgangen.
Wanneer er uitsluitend klaver wordt ingezaaid, blijft de grond verdicht omdat klaver weinig wortels maakt. De pendelende worm, lumbricus terrestris, vindt zijn
voedsel aan de oppervlakte en maakt verticale gangen in de verdichte grond.
Klaver en gras. Wortels, goede bodemstructuur, regenwormen en de hoogste opbrengst. Wanneer er een mengsel van gras en klaver wordt ingezaaid, gebeurt er iets wat gras en klaver afzonderlijk niet kunnen. Er zijn veel wortels, er zijn wormen (nu in twee soorten: links lumbricus terrestris en rechts a. calliginosa) en de opbrengst is hoger dan bij de gras- of de klavervariant.
Alleen gras. Veel wortels , een goede structuur en weinig regenwormen.
Dat wortels belangrijk zijn voor de bodemstructuur laat de variant met alleen gras zien. Hier zijn veel wortels. Er zijn weinig regenwormen, omdat vlinderbloemigen (en dierlijke mest) vooral regenwormen stimuleren
Dit is de bodem onder een hoogstamboomgaard bij Tiel. Hier zien we het resultaat van eeuwenlange synthese tussen stikstof en koolstof. Stikstof is afkomstig van klavers die in het gras groeiden en van mest die de koeien produceerden die in de boomgaard liepen. Koolstof is vooral afkomstig van het gras dat in de hoogstamboomgaard groeide. Het resultaat is een van de mooiste bodems ter wereld. De humushoudende laag is meer dan 60 cm dik. De oorspronkelijke gelaagdheid die onderin het profiel nog te zien is, is door het bodemleven verdwenen. De donkere verticale strepen en de stippen zijn de gangen van regenwormen. De wortels kunnen diep de grond in. Deze grond is eigenlijk het ideaal waar ieder bodembeheerder naar moet streven. Wat hij dan moet doen is hier ook te zien. Breng voldoende verteerbare koolstofrijke verbindingen in de grond (hier het gras) en breng voldoende stikstof in de grond (hier mest en klavers) en laat de natuur het werk doen (hier onder meer de regenwormen).