alkalien

Geneeskunde, de alkaliën


Huib de Ruiter


Kalium en Natrium; het alkalische en basische


Het menselijk lichaam mag niet te zuur worden. Het moet basisch zijn. Dat is nodig voor alle levensprocessen. Bepaalde alkalische mineralen spelen hierin een rol, met name Kalium en Natrium.


Wat is alkali?

“Al kali” is een heel oud woord. In de Middeleeuwen was het in zwang om Arabische woorden te gebruiken Al-kali is een Arabisch en betekent: de as. Bij het verbranden van hout blijft de as over. Daar zit kalium in, een basisch mineraal. Komt er vet in de as terecht (bij ‘barbecuën’) dan ontstaat zeep.


Kali en Zeep

In het Romeinse rijk stroomde de rivier de Tiber langs de berg Sapo. Vrouwen wasten daar graag hun kleding, want de klei langs de oever reinigde heel goed. Stroomopwaarts was een Tempel waar veel offers werden gebracht. Vet van de offerdieren mengde zich met as en zo ontstond een zeepachtige substantie die meegevoerd werd door de rivier. Van deze berg ‘Sapo’ komt het woord zeep vandaan, zoals ook soap, savon e.d. Nu kan men deze berg Sapo niet terugvinden in historische archieven. Sommigen twijfelen daarom aan de echtheid van dit verhaal. Het is niet zeker te zeggen, maar mocht het niet kloppen, dan geldt het spreekwoord: “ Si non vero, bon trovato” (als het niet waar is, is het toch goed gevonden). Zeep omhult, verweekt en lost op, reinigt het vettige.


Basisch en zuur

Het basische oftewel alkalische is de tegenhanger van het zure. De kwaliteiten zijn ook tegengesteld. Soda bijvoorbeeld is basisch en dat voelt glad aan. Iets zuurs voelt stroef aan. Een sterke base noemen we loog en dat werkt verwekend, oplossend. Als een wond viezig is en gereinigd moet worden, is een sodabadje nuttig, om te verweken en op te lossen zodat pus en vuil naar buiten kunnen komen. Gootsteenontstopper is een natriumloog, natriumhydroxide. Loog in sterke vorm lost eiwitten op, zoals bijvoorbeeld verhoornd weefsel. Logen zijn sterke etsmiddelen die in de diepte doorvreten. Dat is ook het gevaarlijke van gootsteenontstopper. Loog lost alles op – wat water van nature al doet.

Zuur is bekender in de ervaring. Citroenzuur werkt stroef, samentrekkend; Zuur is fris; in schoonmaakmiddelen zit vaak citroenzuur. Zuur is ook ontsmettend. Dat frisse spreek de ziel aan. In frisdrank zit b.v. vaak fosforzuur voor de smaak. “Sauer macht lustig” – zuur maakt vrolijk, zegt een oud spreekwoord. Het heeft lichtkwaliteit. Zuur werkt activerend, grijpt in, is snel prikkelend.

De ziel van de mens heeft het zure als instrument en grijpt daarmee in het lichaam in. Het basische werkt zacht, passief, opnemend, dat is het element van het leven, van het etherische.


Base en zuur in de mens

Een mens bestaat voor een groot gedeelte uit water, hij is als het ware een waterzuil.

Dat water, al die lichaamsvloeistoffen, lymfe, bloed, weefselvloeistof en dergelijke zijn alkalisch. Alkaliën werken verwijdend, verzachtend en omhullend. Dat zijn gunstige kwaliteiten voor levende organismen. In lichaamsvloeistoffen moet alles oplosbaar zijn, stromen, delicate stoffen zoals eiwitten moeten niet verstoord raken. Levensprocessen moeten hun gang kunnen gaan. In het bloed zweven allerlei stoffen en verbindingen; vaak vormen ze hele kleine bolletjes met een beschermlaagje eromheen. Zulke oplossingen noemt men colloïden (colle = lijm). Melk is een voorbeeld van een colloïdale oplossing. Colloïden maken een sterker inwerken van de levenskrachten, van het etherische mogelijk. Ze hebben een verwantschap met opbouw en groei. Zuur werkt verstorend. Doe wat citroensap bij de melk en het vlokt uit.

Waar het zuur wordt, stopt het leven meestal. Daar waar het leven moet eindigen is het vaak zuur. De huid bijvoorbeeld sluit de mens af naar de buitenwereld en is ook aardig zuur. De zuurgraad wordt altijd benoemd naar de zg. pH. Een pH van 7 is neutraal, een pH van bv. 3 is behoorlijk zuur. Een waarde boven de 7 geeft aan dat iets basisch is.


De huid heeft een pH van gemiddeld 5,5. In de spijsvertering zijn er soms sterke schommelingen.

In mond kan het licht zuur zijn maar de pH is wisselend. De maag is zeer zuur (spreekwoordelijk), daar kan de pH dalen van 3 tot zelfs 1,2. De maag is beschermd door slijm met eronder een alkalische laag.

Direct na de maag, in de twaalfvingerige darm is het milieu neutraal tot basisch, noodzakelijk voor de werkzaamheid van lipase, amylase en het emulgeren van vetten.

De dunne darm is basisch. De dikke darm, het colon, is soms licht zuur maar meestal basisch, het rectum is neutraal. Het hele darmgebied heeft gemiddeld een pH van 8. 

In de vagina is er een vrij zuur milieu, pH 4,5. Sperma is vrij basisch, pH 7,2 - 8 dat is ook nodig, anders kan er een verminderde vruchtbaarheid ontstaan.


Regeling van de zuurgraad

Het zuur-base evenwicht in het bloed wordt streng gehandhaafd. Logisch, gezien de cruciale rol van het bloed. De pH van bloed is 7,4 (binnen 7,3 - 7,8), dus licht basisch. Maar een pH onder de zeven of boven 7,7 is dodelijk. Hippocrates zei: van alle sappen zijn de zuren het schadelijkst. Zuren zijn instrument van het astraallichaam en het astraallichaam kan ons eventueel ziek maken. Nu wordt een lagere pH (dus te weinig basisch) snel gecorrigeerd door de ademhaling. Door een versterkte ademhaling wordt kool-zuur uitgeademd. Daarnaast zijn er “amfotere” eiwitten in het bloed die zuur kunnen binden. Ook de nier corrigeert verzuring: de nier brengt basisch bicarbonaat in het bloed en scheidt zuur uit.

Bij lichamelijke inspanning ontstaat zuur. Er is namelijk energie voor nodig en dat komt van de verbranding in de stofwisseling. Er ontstaat koolzuur, melkzuur enz. Maar je kunt er nog iets anders naar kijken. Eigenlijk gaat het om het ingrijpen van de ziel, van het astraallichaam. Dat grijpt in een spier in en dat gaat gepaard met een lichte verzuring. Een spier is licht alkalisch maar wordt zuur bij aanspannen. Dat zuur moet er uit – via de ademhaling. Vandaar het hijgen bij inspanning.


Stress en verzuring

Ook stress leidt tot verzuring. Bij stress is de ziel, het astrale te sterk verbonden met het lichaam. Daarbij wordt de ademhaling vaak oppervlakkig, er wordt minder koolzuur uitgeademd. Dat leidt tot verzuring, misschien niet altijd meetbaar in het bloed waar het snel gecorrigeerd wordt, maar wel in de weefsels.

Bij hyperventilatie wordt tevéél zuur uit geademd en ontstaat een alkalose, een alkalische toestand. De ziel verliest dan haar houvast. Door in een zakje te ademen blijft het koolzuur behouden. Kniebuigingen of anderszins bewegen verbindt weer met het lichaam, werkt incarnerend.


Medicinaal gebruik van alkali; huismiddelen

Een oud huismiddel voor obstipatie bij kinderen was een zg. zeeppen, een klein stukje zeep dat als een zetpil ingebracht werd. In de huidige laxeermiddelen zit ook nogal eens kaliumchloride en natriumbicarbonaat.

Natriumbicarbonaat, een soort milde soda, bekend als bakpoeder, heet ook wel maagzout of zuiveringszout en werd vroeger gebruikt bij maagzuur. Het is bij brandwonden pijnstillend.

Het werkt goed bij transpiratiegeur en vermindert de transpiratie ook. Bicarbonaat helpt ook om oorproppen te verweken. Het sodabadje bij wonden is al eerder genoemd. Een algeheel soda-bad kan bij het overheersen van het zenuwzintuigstelsel - teveel in het hoofd zitten-, de stress afleiden en kalmeren. Bij hoofdpijn nam men vroeger wel een soda-voetenbad. Warm water met bicarbonaat is goed voor verweken van oorproppen.

Etsen deed men ook met alkali: men had de ‘lapis causticum’ (‘bijtende steen’, natronloog, NaOH); dat was geschikt om wratten en eksterogen aan te stippen. Alkaliën lossen slijm op; bekend is Salmiak. Ook nier- en galstenen probeerde men op te lossen. Tenslotte bevorderen alkaliën de vochtuitscheiding.

Niet alle huismiddelen zijn nog aan te raden. Het innemen van grote hoeveelheden bicarbonaat ed. is niet gezond en kan risico’s geven. En bovendien is het goed te bedenken dat niet alle zuur slecht is; zuur hoort bij het gezonde leven en is een instrument voor de ziel. Het is meer dat in onze tijd een overmaat aan zuur in allerlei vormen een belasting vormt en ziekmakend werkt.

Het zal duidelijk zijn dat naast voeding en stressmanagement, een gezonde leefwijze de basis is voor een goed zuur-base evenwicht, een goed evenwicht tussen afbraak en opbouw.


Verzuring en voeding

Kalium-rijke vruchten zijn bananen en sinaasappels; fruit in het algemeen en groenten zijn kalium-rijk.

Zuur bevorderend zijn vlees, vis, kaas, eieren, witmeel, alcohol, koffie en suiker.

Eiwitten en vlees worden tot zuren afgebroken; met name melkzuur, urinezuur en azijnzuur.

Citroen werkt echter niet zuur: de zuren van een citroen worden snel tot koolzuur afgebroken, wat uitgeademd kan worden. Er ontstaat zelfs wat bicarbonaat bij dit proces. In voeding was vroeger de verhouding kalium : natrium = 16:1. Nu is dat 1:3. Dat is dus enorm veranderd en heeft geleid tot een verzuring, een astralisering van onze voeding. De aanbevolen verhouding zou moeten zijn kalium : natrium = 4 : 1.


Antroposofisch beeld van alkali

Rudolf Steiner zegt over de plaats van alkaliën in de mens: Alkaliën hebben verwantschap met het bloed en aanverwante organen. Al het loogachtige werkt in de richting van de leverprocessen. Wat tot het loogachtige neigt hangt samen met de plantwording in de mens. Natrium en Kalium hebben een bijzondere aantrekking tot de darmen. Alkaliën werken dus in het bloed en met name ook in het gebied van de stofwisseling en in het stofwisselingsorgaan bij uitstek: de lever. De plantwording in de mens duidt op de lever, dat is het etherische orgaan en is als het ware de plant in de mens.

Als het zenuwgestel te sterk in het darmgebied inwerkt en krampen veroorzaakt, - zoals bij het prikkelbaredarm syndroom - kunnen de alkaliën door versterking van de Ik-organisatie tegenwicht bieden en evenwicht herstellen. Dan werken ze als instrument van het Ik in de bloedsomloop van het buikgebied. De Ik-organisatie kan zo de werking van het astraallichaam temperen. In plaats van de mineralen kan men ze ook als plant geven, namelijk als Guichelheil, de Anagallis arvensis. Deze werd vroeger o.a. voor manie gebruikt. Het is een Mercuriale plant, die om 9u opengaat en om 15u sluit (tijdstip dat de lever actiever wordt). Ook als er regen komt sluit hij plots. 


In de landbouwcursus wordt tenslotte ook kali besproken. Hier worden alkaliën samen met kalk in verband met de onderzonnige planeten gebracht, Maan, Mercurius en Venus. Deze bestrijken en doorwerken de gehele stofwisseling. Als we naar de sterrentekens kijken, komt het alkalische vanuit het teken van de Maagd. Ooit beleefde men dat vanuit het sterrenbeeld Maagd de kracht van omhulling, vruchtbaarheid, overgave en rijping kwam. De Maagd beheert het buikgebied, de inwendige organen onder het middenrif. 


Kalium en Natrium als polariteit

Kalium en natrium hebben een alkalische werking. Onderling zijn ze echter wel verschillend van aard.


Kalium is het mineraal van het plantaardige. Het is onmisbaar voor de groei van de plant. Kunstmest bevat vaak kalium. Kalium is hard nodig voor de plant. Kalium maakt water toegankelijk voor het etherische. In gedestilleerd water is geen leven mogelijk. Kalium werkt in het hele lichaam, maar is het meest verwant met de onderpool, de stofwisseling, met name met de lever.

De lever is het orgaan van het etherische, zoals de nier het orgaan van lucht en licht is, het hart van de warmte en de long van het aarde element. De lever als etherisch orgaan is als het ware de ‘plant in de mens’. Kalium zit in iedere cel van plant, dier en mens, maar in de mens vooral in de lever en in het hart.


Natrium is het mineraal van het dier. Koeien likken aan een zoutblok. Voor planten is natrium schadelijk (met enkele uitzonderingen, zeekraal, wieren ed.). Natrium staat in dienst van het astraallichaam. Via Natrium kan het astraallichaam organiserend in de vloeistof ingrijpen. Natrium vormt het structuurelement in het vloeistoforganisme. Het astraallichaam geeft met natrium vorm in het waterige, het etherische.

Natrium is verwant met bovenpool. Natrium is verwant met de nier, het orgaan van de astraliteit. 

Het etherische wordt bij de alkaliën dus gerepresenteerd door kalium, het astrale door natrium.


Kaliumzouten stimuleren het etherische, stromende en daarmee ook de uitscheiding van water. Natriumzouten zoals keukenzout leiden eerder tot vasthouden van vocht en tot oedeem (vochtophoping). Dat kan hypertensie in de hand werken: te veel vocht geeft stuwing en druk. Plastabletten doen de bloeddruk weer dalen. Overigens is het vasthouden van vocht in de lichaamsweefsels van groot belang, met name in bijvoorbeeld bindweefsel en in kraakbeen.


Wisselwerking van Natrium en Kalium

Kalium zit met name ín de cellen, intracellulair. (180g in de lichaamscellen, 3g erbuiten in de weefselvloeistof). Natrium bevindt zich vooral extracellulair, in de weefselvloeistof. Deze verhouding wordt gereguleerd door een z.g. natrium-kalium pomp die in iedere celwand zit. Het astrale in de mens werkt op allerlei manieren in op het etherische. En dat is af te lezen aan de kalium en natriumprocessen. Als we simpelweg voor natrium het astraallichaam lezen en voor kalium het etherlichaam, dan is dat verhelderend voor allerlei fenomenen.

Bij het ontwaken bijvoorbeeld gaat een deel van het kalium uit de cel, en natrium gaat erin. Het astraallichaam, het bewustzijn komt erin ten koste van het etherische; bij inslapen verloopt dit proces omgekeerd.


In de spier moet het astrale ook in kunnen grijpen: bij samentrekking (door het astraallichaam) gaat natrium erin en kalium eruit.

Bij pijn komt kalium vrij en neemt de natriumconcentratie toe. Pijnstilling kan bewerkstelligd worden door het terugdringen van natrium. Een stof als cocaïne of de afgeleide pijnstiller procaïne blokkeert de natrium-kanalen, zodat het astrale geen houvast heeft en teruggedrongen wordt.


Cel potentiaal

Kalium en natrium zijn elektrolyten, onmisbare mineralen voor het in standhouden van de cel potentiaal voor activering van zenuwen, spieren en klieren. Ze hebben ook met bewustzijn in de zin van pijn en bewegen te maken.

Het astrale brengt bewustzijn en dat gaat gepaard met afbraak. In levende organismen wordt het etherische gevormd en doorvormd door het astrale. Natrium wordt hierbij geholpen door calcium, dat een relatie met het astrale heeft. In de cel heeft kalium ook een compagnon: magnesium. Magnesium wordt ook veel gebruikt ter ontspanning van spieren.


Extracellulair:   Natrium – Calcium          het astrale         nier

Intracellulair:    Kalium – Magnesium    het etherische lever


Deze vier zout-metalen spelen naast vele andere stoffen een grote rol in de mogelijkheid tot prikkelbaarheid, zintuigwaarneming, beweging en pijn. Bovendien leiden concentratieverschillen tot osmose verschijnselen. Door osmose worden vochtverhoudingen gereguleerd. Vooral natrium speelt daarin een belangrijke rol. 


Gevolgen van afwijkende concentraties

Allerlei symptomen van afwijkende concentraties van kalium en natrium zijn nu beter te begrijpen.

Kalium te weinig
Te weinig etherkrachten: spierzwakte in de benen en verlamming (ev. necrose in spierweefsel en hart).


Kalium teveel 
Teveel etherkrachten, astrale kan minder goed ingrijpen: reflexvermogen is verlaagd en het centrale zenuwstelsel gedempt, spierverzwakking - met name het hart; langzame pols, lagere bloeddruk. Eventueel een hartstilstand (Men voerde een executie uit door het geven van een kaliuminjectie).


Natrium te weinig

Te weinig astraliteit: verwarring, stupor (verstarring), coma, apathie, duizeligheid, willoosheid, lage bloeddruk.


Natrium teveel
Teveel astraliteit: de polsdruk is hoger, de arteriën zijn stijver, de linker ventrikelomvang groter. Hypertensie, krampen. Het hartinfarct is wel eens beschreven als de natriumdood van het hart.


Lithium

Natrium speelt ook een rol bij depressie. Bij depressie stagneert het stromende etherische in de lever. Er is sprake van natrium-stuwing. Een bekend middel tegen depressie is lithium.

Lithium (van het griekse Lithos = steen) werd pas in 1817 ontdekt. Het is het lichtste vaste element: het weegt de helft van het gewicht van water. Het is vooral bekend als energiedrager in batterijen. In vuurwerk geeft het een krachtig rode kleur. In de mens is het als sporenelement met 1 milligram aanwezig. Het wordt medisch gebruikt als middel bij bipolaire problematiek (= afwisselend depressie en manie). Dat is geleidelijk ontdekt. Men merkte in de 19e eeuw allereerst dat lithium urinezuur kan oplossen. Het werd vervolgens dan ook bij jicht gebruikt. Bij jicht wordt namelijk urinezuur niet goed uitgescheiden en slaat neer. Later ontdekte men dat bij manie het urinezuur verhoogd was. Men vermoedde en relatie. Urinezuur is verwant met cafeïne, wat wakker maakt, astraliserend werkt. Teveel urinezuur geeft slaapproblemen. Lithium helpt dat wakkere, astrale te kalmeren. In de vorige eeuw zag men het nog als een onschuldig stemmingsverbeterend middel. Het werd als tonicum aan frisdrank toegevoegd. Het zat van 1930 - 1950 in 7up. De 7 staat voor Lithium cq. het atoomgewicht van lithium.

Bij manie is er ook sprake van een sterke astralisering. Lithium geeft daarin rust en werkt ook harmoniserend. Het werkt bovendien goed op de lever.

De lever is een etherisch orgaan. Bij te veel astraliteit zoals bij te veel natrium, kan de lever stagneren. Lithium, een lichter en kleiner element dan natrium, verdringt in de lever het natrium, verdringt het astrale- afbrekende, zodat alles weer kan gaan stromen.

Lithium is nog steeds een veelgebruikt middel bij manische depressiviteit. Helaas geeft het vaak bijwerkingen.



Share by: